Elk jaar in de winterperiode hangen we in de tuin vogelvoer op, want de vogels kunnen ’s winters wel wat extra’s gebruiken. We hebben al best een groene tuin waar veel vogels op afkomen, maar door het vogelvoer weten ze onze tuin helemaal goed te vinden.
De tuinvogels
Bij ons in de tuin zie je vooral veel mussen, merels, eksters, koolmeesjes en pimpelmeesjes. Ik vind het heel leuk om mijn dochter de namen van deze vogels te leren.
Inmiddels is ze drie jaar en kent ze al best een aantal vogelnamen.
We hebben dit vanaf haar tweede jaar gestimuleerd door regelmatig het boekje Klein vogelboek van Loes Botman te bekijken. Dit is zo’n fijn boekje met lieve tekeningen van de bekende tuinvogels.
Woordkaarten tuinvogels
Al eerder heb ik woordkaarten rondom boerderijdieren gemaakt. Ik besloot om dit jaar woordkaarten rondom tuinvogels te maken. Hier kun je allerlei leuke activiteiten meedoen.
- Je kunt het boekje Klein vogelboek doorbladeren. Je geeft intussen je peuter de opdracht om het bijpassende woordkaart erbij te pakken. De foto’s op de woordkaarten zijn namelijk echte vogels en dus nog wat realistischer.
- Je kunt de woordkaarten aan een ring doen en mee naar buiten nemen. Welke vogels zien we in de tuin, in de speeltuin of in het park?
- Het is ook erg leuk om er een taalmandje van te maken. Meestal gebruik ik voor een taalmandje de figuren van Schleich, maar je hebt maar weinig vogels. Daarom heb ik ervoor gekozen om de houten vogels van Ostheimer en Holztiger te gebruiken.
Wil je ook met de woordkaarten aan de slag? Dat kan! Je kunt ze via onderstaande knop downloaden.
Ik ben benieuwd of je ze ook gaat gebruiken!